Wij denken allemaal dat het getal dertien een ongeluksgetal is. De oorzaken voor dit bijgeloof worden bij twee gebeurtenissen gelegd:
- -Het laatste avondmaal waarbij Jezus met dertien aan tafel zat en hij verraden werd door Judas.
- Het verraad van de tempeliers door de Franse koning Filips de Schone die op 13 oktober 1307 een beval uitvaardigde om de tempeliers aan te houden.
Dertien is het getal der ingewijden.
Dertien is echter het getal van de ingewijde. Jezus was de dertiende persoon aan tafel, samen met zijn 12 apostelen (de 12 luiken in de toren van de kerk en de dertiende deur is de toegangsdeur om de Onze Lieve Vrouwkerk te Lissewege binnen te treden). Wie het getal dertien hanteerde, bezat een bijzondere kennis. Zouden de bouwers van de Onze Lieve Vrouwkerk in Lissewege de betekenis van het getal dertien in die zin gezien hebben?
Wat wil het getal dertien nog zeggen?
De kerk in Lissewege is een Onze Lieve Vrouwkerk. Een Mariakerk. De dertiende letter van het alfabet is de M. In de oudheid maakte men ook vaak gebruik van numerologie. Elke letter had een getalswaarde, zodat als je de letters van woorden samentelde, je kwam tot een cijfer dat dan een bepaalde betekenis had. Door het cijfer te gebruiken verwijs je naar het woord. In het Hebreeuws heeft het woord liefde, achava, de getalswaarde dertien. En het woord echad, één heeft ook de getalswaarde dertien. Er is maar één God. Samen gevoegd: er is maar één God en dat is liefde. Een mooie spreuk waarnaar de kerktoren in Lissewege symbolisch verwijst. Maar het gaat nog verder. Tel je beide samen, kom je op het getal 26. En laat Jahweh, de naam van God, samengeteld nu 26 zijn. Pittig detail: het telefoonnummer van de pastoor van Lissewege bestaat uit twee keer de som 13.
Het getal dertien verwijst ook naar een bijbelvers
Lissewege heeft een platte kerktoren. Eentje waar je op kan klimmen om mooie uitzichten te zien. En om dichter bij God te zijn. Dat zal wel het uitgangspunt geweest zijn voor een platte kerktoren. Zeker als je het bijbelvers Genesis 28:12 (2+8+1+2=13) kent over Jacob en zijn droom:
“Toen kreeg hij een droom. Hij zag op de aarde een ladder staan waarvan de top tot in de hemel kwam. En hij zag engelen van God langs die ladder omhoog klimmen en naar beneden gaan“. Dat lijkt wel een beetje als een kerktoren opklimmen? Dit bijbelvers staat overigens bekend als de Jacobsladder. Niet toevallig Jacob: Jacob is de patroonheilige van de pelgrims op weg naar Compostella. Lissewege was een halte op weg naar Compostella. De ene is wel Jacob de aartsvader en de andere een heilige Jacob de Meerder, maar toch lijkt het mij geen toeval geweest te zijn.
Zeker niet als je het volgende vers, vers nummer dertien leest: “Boven aan de ladder zag hij de Heer staan. De Heer zei: “Ik ben de Heer, de God van je grootvader Abraham en de God van je vader Izaäk. Het land waar je nu ligt, zal Ik aan jou en aan je familie ná jou geven” Dat is toch een mooi vers om te citeren als je bovenaan op een platte kerktoren staat, vind je niet?
Er is ook nog een ander bijbelvers waarnaar dertien verwijst dat verband houdt met de tempeliers.
In Korinthïers, hoofdstuk 13, een hoofdstuk dat over liefde gaat, wordt in vers 1 het volgende gezegd: “Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen, had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.” Terug de liefde. De Onze Lieve Vrouw Bezoekingkerk in Lissewege is een ode aan de liefde die je van ver ziet staan. Zou dat het doel geweest zijn van de bouwers?
In hetzelfde boek van de Korinthiërs staat in vers 13:13: “Ons resten geloof, hoop en liefde, maar het grootste van allemaal is de liefde“. Geloof, hoop en liefde verwijzen naar de drie dochters van de Griekse godin van de wijsheid Sofia, maar ook naar de drie kruisen op de calvarieberg. Maar de tempeliers die duiken ook op: zij zouden dit motto ook gehanteerd hebben. In ieder geval waren de woorden een onderdeel van de inwijdingsrituelen van de vrijmetselaars, maar ze werden vervangen door vrijheid, gelijkheid en broederschap. Geloof jij nu dat het getal dertien een getal der ingewijden is?
Bron: Dierickx, M., “Naar de kern van de vrijmetselarij”, Streven, 1966, pag. 336.
Foto: Bruno Jacxsens
