We zijn bijna 8 mei, de herdenking van het einde van WO II. Tot nu toe heb ik op deze website weinig gepubliceerd over WO II. Omdat ik merkte in mijn gesprekken met oudere Lissewegenaars dat dit nog altijd heel gevoelig ligt. Er was ook weinig informatie te vinden over de Tweede Wereldoorlog. Je vindt in de toeristische brochures en boeken natuurlijk vooral informatie over ons dorp uit de glorietijd in de middeleeuwen.
Maar omdat we op dit moment terug in een tijd van oorlog leven helaas, is het misschien tijd om iets te vertellen over wat er in een klein dorp kan gebeuren tijdens een oorlog. Want een oorlog verscheurt niet alleen levens, maar ook leefgemeenschappen, zoals een klein dorp. Een pijnlijke breuk die tot op vandaag nog voelbaar is.
Dus ik ging op zoek. Zo vond ik een website over het verzet en een boek dat meer uitleg gaf over WO II in de Brugse regio. Ik stelde tot mijn ontsteltenis vast dat je meer over de collaboratie vindt dan over het verzet. Het verzet is dan misschien wel de winnaar van de oorlog, maar zeker de verliezer van de herinneringen. Gelukkig zijn er initiatieven om het verzet levend te houden, zoals de initiatieven om op 8 mei terug de bevrijding te herdenken met allerlei evenementen. Zo lezen dit jaar 50 acteurs urenlang de namen voor van de verzetsstrijders die gestorven zijn (lees er hier meer over). Ik hoop dat er ook Lisseweegse namen zullen voorgelezen worden.
Maar het is dus tijd om ook in de geschiedenis van ons dorp de bevrijding in de kijker te brengen, als is het maar als algemene boodschap tegen onverdraagzaamheid.
Wat hoe kan het dat op Wikipedia wel een heel artikel gepubliceerd is over de oorlogsburgemeester, AmedƩe Boi, maar dat er geen enkele verzetsstrijder terug te vinden is? Ergens voelt dat niet juist, vind je niet?
Het boek dat ik kon vinden over collaboratie en verzet in het Brugse (zie hieronder), heeft 300 pagina's over collaboratie en maar 25 pagina's over het verzet. Ooit heb ik als scholier een werkje gemaakt over het collaborerende verenigingen, zoals het VNV en De Vlag, omdat er nu eenmaal niets te vinden was over het verzet. Ergens is het misschien te begrijpen: de trauma's en tegenstellingen in het persoonlijk en in het gemeenschapsleven vroeg wellicht om een stilzwijgen. Te pijnlijk om er aan herinnerd te worden. Zeker omdat ook in ons dorp enkele incidenten zijn geweest op het einde van de oorlog, waarbij er dodelijke slachtoffers vielen. Ik weet nog niet of ik daar iets zal over vertellen. Wellicht niet. Laar mij nu maar gewoon het algemene verhaal vertellen over het verzet en enkele verzetslui.
Ik moet wel zeggen dat ik ook geholpen werd door het universum door een onverwacht klein boekje waarvan ik niet wist dat het bestond, dat op mijn weg kwam, waarover in een ander artikel meer. Want deze maand zal ik proberen iets meer te vertellen over deze moeilijke periode in het dorp. Omdat we het niet zouden vergeten. Omdat hun inspanningen om ons te bevrijden van facisme niet vergeefs mogen zijn geweest.
De situatie in Lissewege tijdens WO II
Lissewege was in WO I een egelstelling voor de Duitsers. Dat betekende dat om Zeebrugge te beschermen waar de haven natuurlijk belangrijk was voor de Duitsers, er overal in het dorp bunkers werden gebouwd. In 1942 was Lissewege door de Duitsers ingelijfd bij Groot-Brugge, een voorbode van wat later komen zou. In de jaren dertig waren er overigens ook al plannen in Brugge om Lissewege in te lijven. AmedƩe Boi, een aannemer, werd aangesteld als oorlogsburgemeester. Hij werkte ook voor de Duitsers, want hij bouwde versterkingen in de havens, bunkers, havendokken, kortom alles wat ze wilden. Op deze manier stelde hij een deel van de bevolking te werk (en sloot ze aan bij de collaboratievereniging De Vlag), maar er was natuurlijk ook een verzetsbeweging in het dorp: de Witte Brigade, die sabotagedaden pleegde, o.a bij het spoor en treinwagons, waardoor werken vertraging opliepen. Het spreekt voor zich dat dit in een klein dorp een explosieve cocktail veroorzaakt tussen de inwoners.
Het verzet in Lissewege
In Heist werd vanaf september 1940 een kleine anti-Duitse Groep gesticht onder leiding van Joseph Praet. Het bestond uit afdelingen in Brugge, Damme, Lissewege en Heist. Vanaf 1941 werkte deze groep samen met de Belgische Partizanen van Lissewege. De stichter van de witte brigade in Lissewege was FranƧois Rosson. Het verzet saboteerde sporen, treinwagons en vernietigde camouflagenetten. Ze staken oogsten en stro dat voor de Duitsers bestemd was in brand.
Los van het verzet, gebeurden er natuurlijk kleine sabotagedaden. Zo moesten de Lissewegenaars op een gegeven moment hun radio's inleveren na een opvordering door de Duitsers. Helaas bleken veel Lissewegenaars te beschikken over antieke exemplaren die niet goed functioneerden of o wee, vielen enkele radio's toevallig kapot op de drempel van het kantoor waar ze moesten worden ingeleverd. Oeps.
Het begin van het oprollen van het verzet in Lissewege
Maar op 28 februari 1944 werden Albert Maes en Gaston Boereboom uit Heist (vandaar het Maes- en Boereboomplein in Heist) betrapt op het proberen saboteren van de cokesovens in Zwankendamme. Dat was het einde, want in het voorjaar 1944 sloot een Brugse crimineel AndrƩ Van Beveren een deal via een collaborerende Brugse politiecommissaris met de GFP, de geheime politie van het Duitse leger, die zou leiden tot het oprollen van het verzet in Heist, Damme en Lissewege.
AndrƩ Van Beveren was op 13 februari 1944 gearresteerd door de rijkswacht. Hij had nog een gevangenisstraf staan van 3 jaar en hij had opnieuw criminele feiten gepleegd. Van Beveren liet de GFP verwittigen dat hij gearresteerd was. Oberfeldwebel Paul Lensing zorgde ervoor dat hij terug vrij kwam, want Van Beveren was al een tijdje bezig sinds het voorjaar 1944 om te infiltreren in verzetsgroeperingen. Hij deed dit om aan een mogelijke doodstraf te ontsnappen wegens de misdrijven die hij allemaal begaan had, zoals bijv. roofovervallen.
De GFP zou dankzij zijn werk het verzet een zware klap kunnen toebrengen, want Van Beveren had in Damme het vertrouwen gewonnen van Ć©Ć©n van de verzetslieden. Hij vernam dat er in Lissewege een verzetsgroep was waarbij een zekere Stijns bij betrokken was. En dat deze verzetsgroep vertakkingen had in Heist.
Midden februari verzamelde een deel van de verzetsgroep in herberg Het Hemeltje (wat een naam overigens) om een sabotagedaad tegen een hoeve voor te bereiden. Van Beveren had ondertussen een relatie aangeknoopt met de zus van de waardin van de herberg. Toen de verzetslui in de herberg aanwezig waren, ging hij naar de koer om met een zaklamp de GFP te verwittigen. Toen de verzetslui de herberg verlieten, werden ze opgepakt. Tegelijkertijd werden verschillende huiszoekingen verricht in Damme. Van Beveren werd ook in de gevangenis geplaatst, maar bijna onmiddellijk daarna terug vrijgelaten door Oberfeldwebel Lensing.
Arrestaties van verzetslui in Lissewege
De nacht na de actie in Damme, was Lissewege aan de beurt. Veldwachter Alberic Tavernier werd die nacht wakker gemaakt door de Duitsers. Burgemeester Boi had zijn veldwachter verwittigd dat de Duitsers mogelijk gijzelaars zouden nemen uit wraak voor de verschillende vlas- en schelfbranden, dus dacht Alberic dat ze hem kwamen halen als gijzelaar.
Ze waren echter op zoek naar specifieke personen. Hij werd verplicht de woningen aan te duiden van Alfons Stijns en Julien De Boi. Beiden werden aangehouden. Ze vroegen ook naar Albert Jacksens, maar die zat in Duitsland. Ze zochten ook de neef van Alfons Stijns, maar Alberic beweerde die niet te kennen (dat was Alfons Brans). Enkele uren later kwamen ze terug om Brans aan te houden.
Enkele dagen later kwamen ze terug bij Alberic Tavernier. Gerard Crevits, AmedƩe Crevits, Gilbert Tavernier en Eugeen Meulemeester werden opgepakt. Maar het was nog niet gedaan. Opnieuw enkele dagen later kwamen ze voor De Corte AndrƩ Fleurebay Emiel, maar die waren ondergedoken. Acht dagen later wilden ze Gustave Coppejans en Henri Debaene aanhouden, maar deze laatste kon ontsnappen. FranƧois Rosson dook ook onder in Beernem met een valse naam Bob Vanderzee. Ook nadien waren er nog aanhoudingen, zoals bijv. Emiel Tavernier (lees hier zijn verhaal)
Uiteindelijk werd om een voorbeeld te stellen telkens twee personen uit de plaatselijke afdeling op 20 mei 1944 in Oostakker gefusilleerd: Joseph Lamp, Hilaire Vandenberghe (Damme), Albert Maes en Albert Boereboom (Heist) en Alfons Stijns en Julien De Boi (Lissewege). De anderen werden naar concentratiekampen gevoerd.
Na de landing in Normandiƫ van de geallieerden
Het verzet was echter niet gebroken: in juni 1944, na de landing van de geallieerden in Normandiƫ, werd er een Geheim Leger opgericht. Zij moesten de verkeersinfrastructuur saboteren om de Duitse troepentransporten naar het front lam te leggen. Het Geheime Leger in het Brugse bestond uit verschillende afdelingen die allemaal de naam kregen van de leider van de groep. In Lissewege was er een groep Albert Lonneville.
Op zondag 3 september 1944 heeft de groep een zware Duitse mitrailleur kunnen bemachtigen. De laatste dagen van de Duitse bezetting werden er allerlei valse en echte alarmerende berichten rondgestrooid zodat de Duitsers voortijdig hun stellingen op 7 september vernielden. Dit was twee dagen voor de aankomst van de Canadezen. Het verzet nam een zevental Duitse krijgsgevangenen en maakte ze over aan de Canadezen. Ook werden er "verdachten" waaronder twee gewapende collaborateurs vastgehouden. Bij aankomst van de eerste Canadezen heeft het Lisseweegse verzet als gids mijnenvelden en andere obstakels aangeduid. Er werd geholpen om Westkapelle en Knokke te bevrijden, naast de controle en bewaking van het Boudewijnkanaal. Hierbij sneuvelden nog enkele verzetslieden.
De leden van het verzet in Lissewege
De leden van het verzet en van het geheim leger kan je terug vinden via de website van de Vriendenkring van Oorlogswezen en Politieke Gevangenen en Verzettstrijders oorlog 40-45.
Zoals echter gezegd, gebeurden er wel nog incidenten, waarvan eentje met dodelijke afloop, waarbij een lid van het verzet betrokken was. Zoals iemand van de oudere bevolking mij jaren geleden vertelde: 'Het had niets met de oorlog te maken en het was zo nutteloos.' Om maar te zeggen dat langs beide partijen zowel goed als kwaad gebeurde.
Op 11 november 1945 werden Alfons Stijns en Julien De Boi met militaire eer begraven op het kerkhof van Lissewege. Ze liggen broederlijk naast elkaar op de eerste rij van ons kerkhof.
Als het mooi weer is en je maakt een wandelingetje in Lissewege, denk dan eens aan Alfons en Julien. Misschien kan je eens goeiendag zeggen en hen danken voor hun strijd tegen onverdraagzaamheid?
Graf Alfons Stijns
Graf Julien De Boi
Bronnen:
BALLEGEER, J., Kroniek van Lissewege of Teloorgang van een agrarisch dorp, onuitgegeven.
RAVYTS, K. & RONDAS, J., Het Brugse 1940-1945. Deel 1 Collaboratie en verzet, Groeninghe Uitgeverij, 2000.
http://vopgv-brugge.com/het-verzet/het-verzet-te-lissewege (let op: deze link verwijst nu blijkbaar naar een buitenlandse website)